Het is zeer verrassend om te filosoferen met kinderen. Hun redeneringen zijn vaak ontroerend, origineel, creatief en ook verbazingwekkend slim. Het is goed voor hun sociale, emotionele, morele- en taalontwikkeling. Bovendien leren ze kritisch en creatief te denken. Maar de leukste reden is dat je kinderen op een heel andere manier leert kennen, je leert niet zozeer wat ze denken maar hoe ze denken. Bovenal kan het filosoferen een heerlijk vrij gevoel geven. Er bestaan namelijk geen foute antwoorden en je hebt er geen kennis voor nodig, alleen je hoofd.
Filosoferen met jonge kinderen
Janneke 26 juli 2015Filosoferen met kinderen, kan dat? Ja dat kan heel goed. Filosoferen is samen leren nadenken, samen zoeken naar antwoorden op vragen, luisteren naar een ander en dan zelf een mening geven. Een filosofisch gesprek is wat anders dan een kringgesprek. Het gaat over één onderwerp/één vraag. Filosoferen vergroot het taalbegrip van kinderen.
Filosoferen met kinderen, waarom?
Hoe doe je dat in een kleutergroep
Daarvoor heeft Fabien v.d. Ham een middel bedacht: Praatplaatjes/om te filosoferen met jonge kinderen.
Ik heb deze praatplaatjes in de klas met de kinderen gebruikt en ben er enthousiast over. Wat is het zinvol om eens op een andere manier met elkaar te praten. Bovendien luister je veel beter naar elkaar. Het is wel belangrijk dat je van tevoren een paar zaken in de gaten houdt: Laat niet aan de kinderen merken wat jij er van vindt, laat ze zelf praten en nadenken. Dat houdt in dat je een gespreksleider bent die wel vragen stelt maar geen antwoorden geeft. Probeer ook door te vragen zodat kinderen zelf verder gaan denken.
Praatplaatjes zijn 50 kaarten met op de voorkant 50 illustraties. Op de achterkant staan onderzoeksvragen en graafvragen waarmee je een thema verder uit kunt diepen. De illustraties op de voorkant horen niet bij de vragen. Bij elke vraag staat vermeld welke afbeeldingen er bij horen. Die zoek je er eerst bij. Dan gebruik je de onderzoeksvraag en de kaarten met de genoemde afbeeldingen. Er zijn drie werkvormen om te gebruiken.
Ik heb het op de volgende wijze gedaan. Maar er zijn nog veel meer manieren om de kaarten te gebruiken.
In de klas heb ik dit praatplaatje gebruikt. Eerst heb ik de afbeelding laten zien. We hebben er over gepraat wat er op stond. De kinderen vonden dat er een blije jongen op stond. Toen heb ik verteld dat de vraag van die ik zou gaan stellen gaat over een baas. In tweetallen hebben de kinderen gepraat over deze baas op het plaatje. De conclusie was dat het wel heel fijn moest zijn om de baas te zijn want deze baas ziet er erg vrolijk uit! Toen vertelde ik dat er achterop het kaartje nog meer stond en heb het voorgelezen: ‘Is een baas altijd de baas?’. Ik heb de kinderen gevraagd om daar even over na te denken. De volgende opmerkingen werden geplaatst:
- Deze meneer is wel heel blij om de baas te zijn
- Ik wil ook graag de baas zijn
- Juf is de baas
- Nee hoor, meneer Said is de baas van de school (de conciërge;-)
- Nee, God is de baas van iedereen
- Nee hoor, mijn mama en papa zijn mijn baas
Op de vraag of je ook zonder bazen kan, werd diep nagedacht!
- Ja dat kan wel want dan bedenk je gewoon alles zelf
- Ik wil wel graag een baas hebben, want dan hoef ik zelf niet zo na te denken
En zo waren er nog veel meer leuke, interessante opmerkingen die gemaakt werden.
Door de graafvragen blijf je bij het onderwerp maar kun je nog andere vragen stellen als: Is het leuk als je vriendje de baas is of moet je altijd doen wat een baas zegt, een heleboel gespreksstof en erg leuk om op die manier eens met de kinderen te filosoferen!
Er zijn drie werkvormen om te doen:
Een voor een; Dan kun je er steeds een ander plaatje bij pakken om te zien of daar het antwoord in schuilt
Baas boven baas; Hierbij mogen de kinderen de plaatjes in een bepaalde volgorde leggen
Welles nietes; Hier kunnen de kaarten in twee categorieën worden neergelegd
Er nog 49 geweldige praatkaarten met allerlei onderwerpen die je op elk moment van de dag kunt gebruiken.
Regels
Tijdens de gesprekken heb ik zelf gemerkt dat er veel kinderen zijn, die mee willen doen aan het gesprek. In een kleine groep hoef je daar verder niet veel regels voor te hanteren want dan gaat het vanzelf. In de grote groep gebruik ik een praatstok. Een twirlingstokje dat je in speelgoedzaken en zo nu en dan bij de Action kunt kopen. Natuurlijk kun je ook zelf een houten stokje mooi verven.
De praatstok ligt in het midden. Eerst bekijken we het plaatje op de voorkant van de kaart, daar hebben we het kort over en dan stel ik de eerste vraag. Wie daarover wat wil zeggen, krijgt dan van mij de praatstok. Als iemand anders wat wil zeggen, legt deze zijn vuist op zijn knie zodat diegene die de praatstok heeft kan zien wie ook mee wil praten. Deze mag dan de praatstok aan een ander geven. Wat ik daarbij wel belangrijk vindt, is dat hier niet veel tijd in gaat zitten. Soms moet er zolang worden nagedacht aan wie je de stok geeft dat het ten koste gaat van het gesprek. In dat geval help ik even mee en geef ik de praatstok door.
Wat kun je nog meer?
Het is leuk om de les af te sluiten met de volgende vraag:
- Als ik de baas was dan….. en iedereen mag deze zin dan kort afmaken. En zo zijn er bij de andere kaarten natuurlijk ook andere leuke afsluitvragen te bedenken.
Je kunt de les ook verwerken door een creatieve opdracht te doen:
- Schilder of teken jezelf als baas, leuk om te zien hoe de kinderen dit gaan verwerken
Of trek het door naar de huishoek:
- Probeer eens te spelen dat je allemaal de baas bent, zonder een baas of met één baas. Ga daarna het spel in een kleine kring of grote kring evalueren; Wat speelde het fijnst? Hoe kwam dat, denk je? Wie kan het beste de baas spelen? Waaraan kun je dat merken?
Kortom je kunt met filosoferen heel veel kanten op! Het kan een losstaande activiteit zijn maar ook een activiteit met een vervolg. Maar leuk is het zeker!
Website
Kijk voor meer informatie op de website van de filosofiejuf! Klik op de onderstaande afbeelding.
loading...
Filosoferen met jonge kinderen,