Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien!
Janneke 21 januari 2013
Ontwerpschema
Hier kun je een ontwerpschema downloaden om te gebruiken bij het thema tellen: ontwerpschema tellen
Doel
Soms is even wat extra oefening belangrijk om de getallenkennis en het tellen van de kinderen meer onder de aandacht te brengen. Daarvoor is een thema tellen belangrijk.
- Getallenlijn 1 – 10 en de volgorde van de cijfers
- Hoeveelheden bij de getallen kunnen plaatsen
- Telrij kunnen opzeggen 1 – 20 en terug 10 – 0
- Waar gebruiken we getallen en cijfers voor?
Boeken
Spelmateriaal
Onderzoek/uitstapjes
Maak met de kinderen van de groep een wandeling door de schoolomgeving. Geef voordat je vertrekt een opdracht: Kijk goed rond waar je allemaal cijfers ziet. Bij terugkomst in de klas, mogen de kinderen tekenen waar ze de cijfers allemaal tegenkwamen: kentekenplaten, huisnummers, bordjes, op jassen en andere kledingstukken, onder de schoenen (maat). Maak onderweg zelf foto’s van alles waar de kinderen getallen zien. In de klas kunnen die later naast de tekeningen gehangen worden.
Aankleding van de klas
Hang overal mooie gekleurde cijfers op.
Materialen op school
Telpuzzels Serpa
Schuurpapieren cijfers Cijferpuzzels
Opening van het thema
Knutselopdrachten
Cijferkat
Cijferschilderij
Tekenopdracht: dieren met twee en dieren met vier poten
Vouwen van het rechte kruis en dan een vierkantje er uit knippen; eendjes
Laat de kinderen het cijfer van hun leeftijd versieren- Cijfer maken van brooddeeg
Hoeken
Telhoek; allemaal telspelletjes bij elkaar
Boekenhoek over tellen
Telspel met cijfers en een dobbelsteen
Watertafel: tien kleine rubbereendjes naspelen
Spel en beweging
Telspel voor op het plein:
Teken op elke stoeptegel de cijfers van één tot twintig. Elk kind dat meedoet, heeft een pion. Gooi met de dobbelsteen. Wie is er het eerst bij twintig?
Estafettespel;
Leg in twee hoepels de cijfers 1 – 5. Leg aan de andere kant twee lege hoepels. Twee kinderen mogen in de hoepels met cijfers beginnen. Ze pakken een cijfer en leggen die aan de overkant in de lege hoepel neer. Daarna rennen ze terug en pakken het volgende cijfer. Zo gaan ze door tot alle cijfers op zijn. In de andere hoepel moeten de cijfers goed liggen van 1 – 5.
Spelletjes met accent op tellen:
- Hoeveel kinderen zitten er achter je?
- Hoeveel hoepels liggen er om je heen?
- Hoeveel kinderen zijn er getikt na het spel tikkertje?
- De zevensprong
- Er waren vier kaboutertjes (wijs ik stond eens voor een poppenkraam) De tekst is:
Er waren vier kaboutertjes, zo, zo, klein. Die maakten eens een rondedans, piek, piek, fijn. Zeg nummer één kom er eens uit en toon je kunsten kleine guit. Dan doen we ’t allemaal na, dan doen we ’t allemaal na, dan doen we ’t allemaal na.
Speelwijze: De kinderen staan in de kring. Binnen in de kring dansen vier kabouters in tegengestelde richting. Bij zeg nummer een, gaat deze kabouter staan en bedenkt een beweging die de andere kinderen allemaal na doen. - Drie is teveel; Maak een dubbele kring, dat is een kring waar de kinderen in tweetallen achter elkaar staan. Twee kinderen mogen beginnen. Een is de tikker. De ander rent weg en is vrij als deze voor een tweetal gaat staan. Dan moet de achterste wegrennen en kan dan getikt worden. Als deze weer voor een ander tweetal staat, moet de achterste daarvan weer getikt worden.
Links
Muziek
Opzegversje met materialen:
Eén, twee, kopje thee
Drie, vier, flesje bier
Vijf, zes, kurk op de fles
Zeven, acht, soldaat op wacht
Negen, tien, heb jij de boef gezien?
Tien, elf, die boef die ben je zelf!
Computer
Knijpkaarten
- Knijpkaart zoek de eerste letter
- Knijpkaart zoek de eerste letter 2
- Knijpkaart zoek het goede cijfer 1
- Knijpkaart zoek het goede cijfer 2
- Knijpkaart zoek hetzelfde woord 1
- Knijpkaart zoek hetzelfde woord 2
Werkbladen
Materialen
- Cijfermemory; Kopieer het werkblad met de cijfers 1 – 10 twee keer en lamineer ze. Knip daarna de cijfers los en klaar is het memoryspel.
- Dobbelsteen maken
- Getalkaarten Dribbel
Taal
Woordenschat
Rekenen/wiskunde
- Cijferkaarten 1-10
- Woordkaarten cijfers
- Rekenkaarten
- Telboekje 1 – 5
- Werkblad tellen
- Werkblad kleur de eerste
- Werkblad stempel het goede cijfer
Woordveld maken;
waar zie je cijfers en waar gebruik je ze voor?
Telspel: rubbereendjes
In de zak zitten we 35 gelamineerde eendjes en de cijfers van 1 – 10. Hier kunnen allerlei spelletjes mee worden gedaan: Eendjes
Voelzakjes
Gebruik hiervoor een stok met klittenbandstukjes erop. De lapjes met een stukje klittenband zijn zakjes. Hierin zitten knikkers. De kinderen mogen voelen hoeveel knikkers er in het zakje zitten en dan het goede cijfer erbij plakken. Ook kun je de cijfers in een goede rij van 1 – 10 laten leggen.
Groepen maken van allerlei voorwerpen
Voelzak
In deze voelzak zitten allemaal cijfers
Telboekje maken met de kinderen:
Geef in tweetallen opdrachten door ze een cijfer te geven en hierbij materialen te verzamelen in dezelfde hoeveelheid als het getal dat er op staat.
Daarna mogen ze een ondergrond kiezen om het op te leggen. Er mag niet dezelfde ondergrond worden gebruikt. Daarna mogen de kinderen er zelf foto’s van maken. Dit is het resultaat:
Andere telspelletjes met cijfer en stippenkaarten zijn:
- Telrij; Leg de telrij op de goede volgorde. Waar moet je beginnen?
- Welke is weg? Leg de kaartjes in de goede volgorde. Dan mag een van de kinderen een cijfer weghalen. Welke is weg?
- Kimspel; Leg de cijferkaartjes onder een kleed. Haal er iets onder vandaan en laat de kinderen raden welke er weg is
- Memoryspel; zoek dezelfde hoeveelheidskaarten bij de goede cijferkaarten
Afsluiting van het thema
Bedankt
Deze pagina werd mogelijk door bijdragen van: Margriet van Laar, Margriet Holterman, iemand die mij de getalkaarten van Dribbel heeft gestuurd maar waar ik de naam van kwijt ben en Jolanda. Bedankt hiervoor!
loading...
