Voor altijd jong
Janneke 19 september 2016Voor altijd jong is het thema van de Kinderboekenweek 2016 die van 5 t/m 16 oktober zal plaatsvinden. Een leuk thema waarbij ik meteen al veel ideeën kreeg. Een thema dat dicht bij de kinderen staat en waar ze zich goed in kunnen verplaatsen. Hier een uitwerking van het thema opa’s en oma’s in kinderboeken en verhalen.
Ontwerpschema en groepsplan
Hier kun je een ontwerpschema downloaden over: opa en oma/voor altijd jong. Alle kernactiviteiten staan hier in genoemd met daarbij de activiteiten.
Doel
Mijn doel voor dit thema is om de kinderen te leren dat hun grootouders in een andere tijd zijn groot geworden maar dat het vaak leuk is om naar opa en oma toe te gaan. Ook wil ik de familebanden uitlichten. De volgende boeken ga ik verder uitwerken: Superoma en de redding van blauwbil van Esther Miskotte en: Met opa in het donker van Stefan Boonen.
Boeken
Speelgoed bij het thema
Onderzoek/uitstapjes
- Samen cake en/of koekjes bakken
- Opa en oma komen voorlezen in de klas en samen spelletjes spelen
- Wie is wie? Vraag de ouders om foto’s van de opa’s en oma’s. Laat de kinderen uitzoeken welke oma en/of opa bij welk kind hoort.
Opening van het thema
- De familie
Wat is een familie? Benoem samen de familieleden. Doe daarna dit spel. We gaan een familiefoto maken. Zet vier/vijf kinderen achter het doek. Vertel welk familielid ze zijn: een neefje, een tante, de oma, de opa, etc. en geef de volgende opdracht:
– Doe net alsof je bij oma veel te veel taart gegeten hebt en last hebt van je buik
– Doe net alsof jullie samen buiten hebben gewandeld en het erg koud hebben
– Doe net alsof je helemaal geen zin hebt om een kus van opa of oma te krijgen
– Laat zien dat je erg blij bent om opa en oma weer te zien
– Doe net alsof je erg nodig moet plassen maar het niet durft te vragen
– Doe net alsof je de andere familieleden niet een hand durft te geven
– Doe net alsof je opa en oma een heel groot cadeau wilt geven
– Doe net alsof je heel erg moe bent van de familiedag - Vroeger in een doos; Doe in een doos een paar oude dingen. Bijvoorbeeld een oude schaats. Vertel dat deze van je opa is en dat hij daar vroeger heel veel op geschaatst heeft. Doe er een stukje witte stof in en vertel dat dit van de bruidsjurk van je oma is geweest en maak er een verhaaltje bij hoe de dag er toen uitzag. Vertel dat je oma daar veel over heeft verteld maar dat ze er nu niet meer is (of wel natuurlijk). Op deze manier gaat het wat meer voor de kinderen leven. Leg het op een mooi kleed neer en vraag of de kinderen ook oude dingen mee naar school willen nemen. Oude foto’s zijn ook leuk om op te hangen.
- Lezen is in groep 3 belangrijk. Daarom ga ik een boekenbingo doen met de groep. Ik heb een kaart gemaakt waarop de boeken staan die we in de klas gaan lezen. Elke keer als er een boek gelezen is, maken ze een kort boekverslag en geven met een smiley aan wat ze van het boek vinden. op het prikbord hangen de voorkanten van het boek ook en komen er smileys onder te staan. Zo kan iedereen zien, welk boek anderen leuk of minder leuk vinden. Dat stimuleert het lezen. In groep 2 lees ik deze boeken voor en mogen ze er ook een mening over geven.
Boekenbingokaart
Voorkant boeken voor op het prikbord
Boekverslag
Knutselopdrachten
- Tekenen: Hoe zie jij er uit als je later oud bent?
- Schilder je opa en je oma
- Kralenketting van oma stempelen met kurken en daar een patroon van maken
Leesbril versieren
Boek: Met opa in het donker
Blauwbil de poes uit het boek: Superoma en de redding van Blauwbil
Roodkapje
-
Roodkapje vouwen/knippen en plakken
Hoeken
- Huishoek: Logeren bij opa en oma. Zorg voor pyjama’s, knuffels, koffertje, brilletje, hoeden en tasjes. Een paar dekens of slaapzakken zijn ook erg leuk om te gebruiken!
-
Foto’s van de kinderen zijn gelamineerd. Nu kunnen de kinderen deze foto’s eindeloos bewerken met whiteboardstiften. De opdracht erbij was: Maak van jezelf een opa of een oma.
Drama en beweging
Wiebel en Kriebel
- Els Roeterdink heeft een speciaal verhaal over Wiebel en Kriebel gemaakt: Wiebel en kriebel voor altijd jong
- Floortje Klinkenberg heeft er extra materialen bij gemaakt: Wiebel en Kriebel
Met opa naar zee/Musical
Speel deze musical uit voor de opa’s en oma’s van de klas! Klik op de afbeelding om te bestellen.
Ook leuk is het uitspelen van het sprookje Roodkapje in de klas.
Spel en beweging
- Hoe bewegen opa’s en oma’s? Wat kunnen ze allemaal doen en wat zal niet meer lukken?
Muziek
Materialen
Oefeningen voor op het digibord
- Kijk ook bij de yurlspagina: opa’s en oma’s
- Oefeningen digibord taal
- Oefeningen digibord rekenen
Taal
In de taalkast zitten voorwerpen waaraan verschillende taaloefeningen zijn gekoppeld: Ko Klapper: tellen woorden in zinnen en woordstukjes, Ria Rijm: voor rijmoefeningen, Henk Hak en Piet Plak: hakken en plakken, woordrups: begin en eindletters, Pipa Papegaai: voor luisterspelletjes: nazeggen zinnen, Lange Slang: lange en korte woorden herkennen, voorwerp passend bij het thema: raadsels, wel of niet goed, etc., vingerpopjes voor het geven van een voorstelling in het theatertje erboven, grote lade waar het boek van de week uitkomt en waar een map in ligt met daarin bladen met de auditieve oefeningen erop.
Mindmap met opa in het donker
Woordenschat
opa – oma – grootouders – oud – kleinkind – vader – moeder – logeren – lief – gezellig – koffer – knuffel – rimpels – grijs haar – kaal – oud en jong – voorlezen – foto’s – vroeger en nu – breien – ketting van oma – koekjes bakken – bellen met opa – thee drinken – familie – familiefoto – oppassen – stok – rollator – scootmobiel – spelletjes
Taalactiviteiten:
Kinderen van groep 2 en 3 hebben in twee/drietallen bedacht wat er allemaal bij opa en oma hoort. Dat hebben ze getekend en geschreven, uitgeknipt, bij elkaar gezocht en opgeplakt.
Gebruik de woordkaarten voor de volgende activiteiten:
- Bekijk samen de woordkaarten. Benoem de woorden en bespreek de afbeeldingen en woorden met de kinderen. Wat past wel of wat past niet bij jouw opa en oma?
- Mix en ruil; Bespreek de woordkaarten in de groep. Deel daarna de woordkaarten uit aan de kinderen. Iedereen bekijkt de kaart die hij of zij heeft. Daarna wordt de kaart zo vastgehouden dat niemand het ziet. Loop rond in de klas. Kom je iemand tegen dan vertel je wat op de kaart staat, zonder dat je het voorwerp noemt. Daarna mag de ander. Is het voorwerp door beiden geraden? Dan ruil je de kaart en zoek je iemand anders op.
- Wie is wie? Waar ben jij een kind van? Waar ben jij een kleinkind van? Wie is de zoon of dochter van opa en oma? Wie is de moeder van de moeder/vader? Wie is de man van je moeder? Wie is de man van oma? Wie is de vrouw van opa? Wie is de vrouw van je vader?
- Binnen/buitenkring: Wat weet je van opa’s en oma’s?
- Ik ga logeren bij opa en oma en ik neem mee…..
- Sta op als………. Je een oma hebt met grijs haar, je een opa hebt die vaak sport, je geen opa of oma meer hebt, je een oma hebt die niet goed kan lopen, je een opa en oma hebt die nog samen zijn, je een opa en oma hebt waar je wel eens mag logeren, je een oma hebt die wel eens op je past.
- Woorden met de bal; Gooi of rol een bal naar een van de kinderen toe en vraag wat ze weten over opa en/of oma. Schrijf dat op en laat de bal naar iemand anders rollen.
- Woordweb maken; Doe hetzelfde als hierboven maar rol nu met een bol draad. Een volgende houdt een stukje van het draad vast en rolt de bal verder naar een ander. Zo ontstaat een echt woordweb.
- Bellen met opa en oma; hoe bel je iemand op? Wat zeg je dan?
Lezen met groep 3
- Verhaal: oma en de bril
- Schrijven bij opa en oma
- Stempelen: opa, oma, papa, mama, broer, zus
Rekenen/wiskunde
Begrippen:
Oud en jong
Vroeger en nu
- Grafiek maken: hoeveel opa’s en oma’s heb je?
Kralenplanken
Verkleedkleding
Afsluiting van het thema
Bedankt
loading...
Voor altijd jong,